EU dwingt de energiesector om uitstoot van methaan aan te pakken

De Europese Unie neemt stappen om de uitstoot van methaan in de energiesector te verminderen, aangezien methaan na CO2 het meest significante broeikasgas is en wordt gelinkt aan een derde van de klimaatopwarming. Hoewel methaan vaak wordt geassocieerd met de veeteelt, erkent de EU dat andere sectoren ook hun emissies moeten verminderen, zoals de energiesector en de afvalverwerking.

Met het doel om tegen 2050 klimaatneutraal te worden en de mondiale uitstoot van methaan tegen 2030 met 30 procent te verminderen ten opzichte van 2020, heeft de EU haar eerste wet aangenomen om de methaanuitstoot in de energiesector aan te pakken. Lidstaten en het Europees Parlement hebben besloten om strenge normen op te leggen aan bedrijven in de oliesector, fossiele brandstoffen en steenkoolwinning. Deze bedrijven moeten voldoen aan eisen voor het meten, rapporteren en controleren van methaanemissies.

Methaanlekken

De wet omvat ook strikte voorschriften voor het detecteren en dichten van methaanlekken, en mijnen die minder dan 70 jaar gesloten of verlaten zijn, vallen ook onder de verordening. Op termijn zullen het ventileren en verbranden van methaan, waarbij het gas in de atmosfeer vrijkomt, worden verboden.

EU wet geldt ook voor de leveranciers

Vanaf 2027 zullen bedrijven uit derde landen die olie, gas en steenkool naar Europa importeren, ook moeten voldoen aan monitoringvereisten. Dit is gerechtvaardigd, aangezien meer dan 80 procent van de in Europa geconsumeerde olie en gas afkomstig is van buiten de EU.

Energiesector: 10% van de methaanuitstoot

Pascal Canfin, die namens het Europees Parlement onderhandelde over de wet, benadrukt dat methaan niet langer een “blinde vlek” is in het klimaatbeleid. Hij beschouwt het akkoord als een belangrijk onderdeel van de Green Deal, met trots bereikt net voor de start van de COP28-klimaatconferentie. De energiesector draagt momenteel voor 19 procent bij aan de methaanuitstoot in de EU, terwijl landbouw en afvalverwerking respectievelijk goed zijn voor 53 procent en 26 procent van deze emissies.

Bron: VILT