Professor Decuypere streeft bij het debat over vlees naar een meer evenwichtige en veelzijdige benadering

In een recent artikel in Knack pleit moraalfilosoof Stijn Bruers ervoor om zich niet alleen te richten op campagnes tegen glyfosaat, maar ook op campagnes tegen vlees, eieren en zuivel. Hij is ook voorstander van vertical farming, indoor farming en stelt voor om de promotie van biologische landbouw te stoppen. Professor Eddy Decuypere, emeritus bio-ingenieur aan de KU Leuven, is het echter niet eens met het standpunt van Bruers. Vilt ging met hem in gesprek en schetst een beeld dat nuanceert en soms ingaat tegen de standpunten van Breurs.

Decuypere vindt een volledig verbod op dierlijke producten te extreem. Hij wijst erop dat wereldwijd tweederde van het akkerland alleen geschikt is voor dierlijke productie vanwege de aard ervan, zoals steppen, savannes en taiga’s. Hij stelt dat dieren essentieel zijn voor de productie van dierlijke producten en dat dieren essentieel zijn voor het gebruik van dergelijke gronden.

Verbod op dierlijke productie zou bijzonder negatief zijn

Bruers beweert dat voor de productie van vlees, melk en eieren vier keer zoveel graan nodig is als voor de productie van plantaardig eiwitrijk voedsel. Decuypere werpt tegen dat veel dierlijke producten afkomstig zijn van graaslanden, die niet kunnen worden omgezet in gewassen voor directe menselijke consumptie. Hij legt uit dat herkauwers zoals koeien en schapen gras en hooi kunnen verteren, maar mensen niet. Decuypere suggereert dat het omvormen van deze graaslanden tot natuurlijke habitats een optie zou kunnen zijn als de wereldbevolking veel kleiner zou zijn, maar met een huidige bevolking van 8 miljard zou het verbieden van dierlijke productie enorme gevolgen hebben.

Verbod op vlees versus duurzaamheid

Het debat benadrukt de complexiteit van landbouw- en milieuoverwegingen, waarbij Bruers pleit voor een verschuiving weg van dierlijke producten, terwijl Decuypere het belang benadrukt van het gebruik van verschillende soorten land voor duurzame voedselproductie.
In een recente discussie reageert professor Eddy Decuypere op verschillende punten van de moraalfilosoof Stijn Bruers. Decuypere benadrukt de wisselwerking tussen veeteelt en gewassenteelt en merkt op dat tijdens de Eerste Wereldoorlog een gebrek aan vee leidde tot een daling van 50% van de gewasopbrengst per hectare door onvoldoende mest.

Verminderen van dierlijke productie is mogelijk

Decuypere is het ermee eens dat het verminderen van de dierlijke productie in België haalbaar is, vooral voor pluimvee en varkens om ecologische redenen. Hij bekritiseert de huidige praktijk van het fokken van deze dieren voor de export, wat leidt tot een overschot aan vlees en milieuproblemen. Hij benadrukt dat boeren zijn aangezet tot grootschaliger activiteiten zonder evenredige winst, waarvan leveranciers en detailhandelaren meer profiteren dan de boeren zelf.

Landbouwgrond en grasland

Decuypere schrijft de omzetting van vruchtbare landbouwgrond in weiland niet alleen toe aan de veehouderij, maar ook aan niet-voedselgerelateerde factoren zoals het houden van paarden voor luxe. Hij suggereert dat de overheid kleinschaliger landbouw zou kunnen steunen voor gelijkwaardige winsten, naar analogie van haar interventie in onderwijs en gezondheidszorg.

Natuur en landbouw gaan samen in een agro-ecosysteem

Decuypere betwist het idee om volledig af te stappen van “grondgebonden landbouw”, zoals Bruers bepleit. Hij zet vraagtekens bij de haalbaarheid van verticale, overdekte landbouw zonder natuurlijke bestuivers zoals insecten en wijst op de hoge energiekosten die gepaard gaan met serres. Hij vindt dat landbouw niet tegenover de natuur moet staan, maar geïntegreerd moet worden in agro-ecosystemen.

Bio-landbouw

Decuypere vindt het voorstel van Bruers om te stoppen met het promoten van biologische landbouw merkwaardig, maar erkent dat biologische landbouw misschien niet de enige oplossing is, maar wel een belangrijk experiment om de natuurlijke aspecten van landbouw te benadrukken.

Aristoteles

In een verkenning van ethische overwegingen voor het aanpakken van toekomstige uitdagingen met betrekking tot het voeden van de planeet en het bestrijden van klimaatverandering, benadrukt professor Eddy Decuypere de complexiteit van het prioriteren van oplossingen. Hij baseert zich op Aristoteles’ hiërarchie van waarden en merkt op dat verschillende perspectieven prioriteiten bepalen – of het nu gaat om het prioriteit geven aan individueel welzijn, mondiaal levensonderhoud of klimaatbehoud.

Decuypere benadrukt het spanningsveld tussen kortetermijn- en langetermijndenken, waarbij sommigen pleiten voor ecologische wereldbeelden die prioriteit geven aan het laatste. Hij erkent dat voor individuen in moeilijke omstandigheden kortetermijnoverwegingen voorrang krijgen.

Verminderen voedselverspilling

Wat milieuoplossingen betreft, pleit Decuypere ervoor om niet alleen de dierlijke productie uit te bannen en het landgebruik te veranderen. In plaats daarvan suggereert hij het verminderen van voedselverspilling als een cruciale stap. Hij merkt op dat zowel in Westerse landen als in Afrika een aanzienlijk deel van het voedsel wordt verspild, zij het in verschillende stadia van de toeleveringsketen.

Verminderen vleesconsumptie aanbevelenswaardig

De professor wijst ook op de milieu-impact van overmatige vleesconsumptie en suggereert dat een vermindering van de vleesconsumptie zou helpen. Hoewel Decuypere de positieve invloed van technologische oplossingen erkent, stelt hij dat geen enkele benadering alle problemen kan oplossen en moedigt hij aan om ongefundeerde beweringen te bestrijden met rationele argumenten.

Evenwichtige en veelzijdige aanpak

Concluderend onderstreept Decuypere de noodzaak van een evenwichtige en veelzijdige aanpak, waarbij rekening wordt gehouden met verschillende ethische perspectieven en praktische maatregelen om de complexe uitdagingen van duurzame voedselproductie en milieubescherming aan te gaan.

Bron: VILT

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*