Vleesverwerkende sector wordt geconfronteerd met dalende veestapel in Frankrijk

De Franse rundvleesindustrie dreigt tekorten te krijgen nu het aantal rundveebedrijven in het land afneemt. Volgens vertegenwoordigers van de vleesindustrie zijn sommige rundvleesprijzen sedert 2022 met minstens 40% gestegen door een daling van de productie.

Het aantal geslachte runderen is in een jaar tijd met 3,7% gedaald en het aantal (geslachte) melkkoeien met 5%. Sinds 2016 is het aantal koeien in Frankrijk met meer dan 10% gedaald, en de trend is in 2022 versneld, wat leidt tot een daling van het aanbod en een stijging van de prijzen. Het probleem is geworteld in het dalende aantal boeren en de kapitaalinvesteringen in de sector. Aangezien de helft van de Franse landbouwers tegen 2030 met pensioen zal gaan, wordt niet verwacht dat de situatie zal verbeteren. Er wordt ook gewezen op het gebrek aan beloning voor landbouwers, waarbij velen vragen om contracten die prijzen en volumes garanderen om de toekomst van de sector veilig te stellen.

De daling van het aantal veehouders legt de nadruk op het probleem van de beloning van de landbouwers. Deze vragen al jaren om contractualisering, d.w.z. een verbintenis van de kopers om hun prijzen en volumes te garanderen. Beter nog, de wet Egalim 2 heeft deze contractualisering verplicht gesteld vanaf 1 januari 2022, waarbij het aan de sectoren is om productiekostenindicatoren op te stellen die vervolgens als basis voor de contracten zullen dienen. Eind 2021 werd volgens het ministerie van Landbouw 95% van het vlees niet op contractbasis en dus tegen marktprijzen verkocht.

Regering probeert wat te doen via de Egalim-wet

Een jaar na de inwerkingtreding van de Egalim-wet van 2018, die de ondertekening van contracten tussen landbouwers en fabrikanten voor minimaal drie jaar verplicht stelt, zijn de resultaten gemengd. Voor jongvee is slechts 40% van de contracten ondertekend, terwijl voor het grootste deel van de volumes geen contracten zijn ondertekend. Er zijn vele redenen voor dit gebrek aan steun, maar die houden vooral verband met een periode van hoge prijzen die de landbouwers enige ruimte gaf om te onderhandelen.

De ondertekening van deze contracten moet de landbouwers een inkomen garanderen van tweemaal het minimumloon, maar dit bedrag is een ontmoediging voor de industriëlen, die klagen over de dwang die deze contractuele verplichting over een periode van drie jaar met zich brengt. Bovendien hebben niet alle landbouwers haast om deze contracten te tekenen, aangezien het afgelopen jaar gunstig is geweest voor hun financiën en het herstel van het evenwicht tussen vraag en aanbod zou moeten aanhouden.

Toch zou de sector in 2023 met een tekort kunnen worden geconfronteerd, aangezien de rundvleesproductie in Frankrijk daalt, terwijl het verbruik stabiel blijft. Als de invoer dit gat kan opvullen, rijst de vraag hoe het aanbod kan worden veiliggesteld. Ook de andere schakels in de keten, de verwerkers en de distributeurs, maken zich zorgen, aangezien de verleiding om het zonder vlees van “Franse oorsprong” te stellen reëel lijkt.

Kortom, de Franse rundvleessector moet een evenwicht zien te vinden tussen de noodzaak de landbouwers een lonende prijs te garanderen en tegelijkertijd de bevoorrading van de verwerkende industrie en de distributeurs veilig te stellen. Het sluiten van contracten is een manier om dit te bereiken, maar de minimale looptijd van drie jaar en de aanzienlijke prijsdaling die daarmee gepaard gaat, kunnen voor bepaalde spelers in de sector een rem vormen.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*