Vleessector in beroering door stijgende kosten

De stijgende energiekosten hebben grote gevolgen voor onder meer de vlees- en vleesverwerkende sector. De meeste bedrijven kunnen de gestegen kosten niet doorberekenen en bevinden zich daarom in een moeilijke financiële situatie. Dit is het resultaat van een gezamenlijk onderzoek van de vier spelers in de vleesindustrie FEBEV, BVK, VIP en NVP onder 59 bedrijven. 73% van de bedrijven verklaart dat zij in de huidige situatie maximaal zes maanden kunnen blijven functioneren. Verdere stijgingen van de energiekosten in de winter en de automatische loonindexering begin 2023 zullen de situatie nog verergeren.

Fevia, de vereniging van de voedingsindustrie, sloeg enkele weken geleden alarm. De kostenexplosie, vooral in de energiekosten, brengt veel levensmiddelenbedrijven in moeilijkheden. Dit is de conclusie van vier belangengroepen uit de vlees- en vleesverwerkende sector. BVK (kalfsvlees), VIP, NVP (pluimvee) en FEBEV (rund-, varkens-, schapen- en paardenvlees) hebben een enquête gehouden onder 59 leden in heel België, van slachthuizen tot vleessnijders en -verwerkers.

De Belgische vleessector heeft een omzet van 3,9 miljard en stelt 5.500 mensen tewerk. Volgens het onderzoek staat de sector onder grote druk door de stijgende kosten en vooral het feit dat deze niet kunnen worden doorberekend. Om enkele voorbeelden te noemen: Ivan De Keyser van vleesverwerker Breydel vertelde eerder dat de elektriciteitsrekening in het najaar was gestegen van 9.000 euro naar 55.000 euro. Voor de Belgian Pork Group (Westvlees) steeg de rekening van 1,5 miljoen euro naar 6 miljoen euro per maand.

Van leverancier veranderen werkt niet

De stijgende energiekosten zijn voelbaar in de hele vleessector. “Wij zijn grootverbruikers van energie. De verwerking, het vervoer en de opslag van vlees moeten plaatsvinden in een gekoelde omgeving, en deze koelketen kost veel energie, evenals de ontsmetting van de apparatuur. We kunnen proberen minder elektriciteit te gebruiken, maar we kunnen onze koelkasten niet uitschakelen”, zegt Michael Gore, directeur-generaal van de Belgische Vleesfederatie (FEBEV).

De belangrijkste kostenposten voor vleesbedrijven kunnen worden teruggebracht tot vijf. 31% van de respondenten noemde energie als de belangrijkste kostenpost, gevolgd door de kosten van grondstoffen (28%), zoals vee, ingrediënten, materialen, schoonmaakmiddelen, waterbehandelingsproducten en CO2. Verpakkingsmateriaal kwam op de derde plaats (16 %) en vervoer, brandstofprijzen en wegentax op de vierde plaats (14 %). Bovendien zeggen belanghebbenden dat het voor bedrijven in de vleesindustrie weinig zin heeft om “rond te shoppen” bij verschillende leveranciers. “De goederen en diensten die bedrijven kopen zijn overal duurder geworden, dus het heeft geen zin om van leverancier te veranderen”, zeggen ze.

Personeelskosten sluiten de top vijf af bij de respondenten met 7% als belangrijkste kostenpost. Deze kostenpost kan een paar plaatsen stijgen op de ranglijst van “belangrijkste kosten” wanneer begin volgend jaar de loonindexering wordt ingevoerd, wat tot verdere loonstijgingen zal leiden.

Loonindexering is de volgende horde

Een loonindexering van meer dan 10 procent in januari 2023 is de volgende kostenstijging voor de vleesindustrie, die een arbeidsintensieve sector blijft. Onze arbeidskosten bedragen 12% van de omzet”, zegt Patrick Schifflers, vennoot van de uitsnijderij GHL in Aubel bij Luik en de vleesverwerkingsfabriek Vlevia in Moeskroen. In De Tijd zegt die ondernemer, die 275 mensen in dienst heeft, dat de indexering hem 1,5 miljoen extra gaat kosten.

De inkomsten stijgen niet

In tegenstelling tot de gestegen kosten zijn de inkomsten veel minder gestegen. Tot 98% van de respondenten in de vleesindustrie kan deze kosten niet of slechts gedeeltelijk doorberekenen aan de volgende schakel in de keten, zowel op B2B- als op B2C-niveau. Het belangrijkste argument is de concurrentie op de markt. “Er zijn uitsnijderijen die hun prijzen niet verhogen omdat ze niet willen dat hun eindklanten overstappen naar een concurrent die voor ‘een paar cent’ minder levert.

Sommige respondenten noemden ook de noodzaak om de koopkracht van de consument te beschermen als reden om verdere omzetdalingen te voorkomen. Daarmee sluiten deze vleesverwerkers aan bij de argumenten van de detailhandel om de prijsstijgingen te beperken. “Maar in werkelijkheid zijn het gewoon problemen. De kosten zijn op verschillende gebieden gestegen, maar als je die kunt doorberekenen, is dat prima”, zegt Johan Van Bosch, secretaris van de Nationale Vereniging van Pluimveeslachterijen en -snijderijen (NVP).

Vleesverwerkers zijn gealarmeerd

Stijgende kosten en dalende inkomsten doen de winstmarges kelderen. Uit een enquête onder de vleesbedrijven is gebleken dat 73% van de bedrijven in de huidige situatie slechts maximaal zes maanden kan blijven functioneren. “Dit betekent dat zij liquiditeitsproblemen zullen krijgen en/of moeite zullen hebben om aan hun bankconvenanten te voldoen,” zei Gore, die vervolgens namens de vleesindustrie pleitte om als eerste stap de automatische loonindexering begin volgend jaar te herzien. “Ook roepen we inkopers langs de keten op om met elkaar te praten over kostenverhogingen om de winstgevendheid van de keten te waarborgen. De winter staat voor de deur, wat betekent dat de vraag naar energie zal blijven stijgen, en daarmee ook de kosten. Dit zou voor veel bedrijven schadelijk kunnen zijn.

Bron: VILT

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*