Dierenwelzijnlabel ‘Respectful Life’ bekritiseerd


De Leuvense KU wordt gebruikt door de vleesindustrie”, stelde de krant hln. Volgens dierenrechtenorganisaties is het wetenschappelijke label voor paardenvlees, Respectful Life misleidend voor de consument en is de situatie in Zuid-Amerikaanse slachthuizen niet of nauwelijks verbeterd.

FEBEV en de KU Leuven, de initiatiefnemers van het label, reageerden op deze kritiek. “We gebruiken het geld van de vleesindustrie om het lijden van dieren te bestrijden! Wat doen al die NGO’s die kritiek spuien met het geld dat ze inzamelen? Zij zouden beter betrokken worden bij het zoeken naar oplossingen en niet alleen maar beschuldigingen uiten,” zegt de KU.


Na het vleesschandaal in 2015, toen het Mexicaans paardenvlees als rundvlees op de Europese markt werd verkocht, lanceerden de Belgische Vlees Federatie (FEBEV) en de KU Leuven het onderzoeksproject Respectful Life. Het doel van het project was om het vertrouwen van de consument te herstellen en het welzijn van de paarden te verbeteren. Een van de resultaten was een label voor verantwoord paardenvlees.

Wanpraktijken

In een recente Nederlandse documentaire werd echter het aanhoudende misbruik in slachthuizen en de fraude bij de identificatie van paarden in beeld gebracht. Het is vaak niet duidelijk of de paarden in kwestie gewone gekweekte paarden zijn of oude renpaarden die niet langer geschikt zijn voor menselijke consumptie als gevolg van medicatie.

Respectful Life doet zijn werk niet goed

Volgens dierenorganisaties moeten dergelijke problemen worden vastgesteld door Respectful Life. Maar volgens hen ligt daar het probleem. Vorig jaar rapporteerden KU Leuven-onderzoekers in een rapport dat de omstandigheden in een slachthuis in Uruguay “verbeterd” waren, hoewel het ten tijde van de studie niet operationeel was. Ook het feit dat de controles vooraf worden aangekondigd, is voor de dierenrechtenorganisaties onaanvaardbaar.

Wetesnchappers betaald om beeld te verbeteren?

In het kader van de dierenrechten betaalt de vleesindustrie wetenschappers om een positief beeld te schetsen van slachthuizen. “De labels die hun worden toegekend, zoals respectful Life, Parkkonijn of Beter Leven, geven de consument een vals gevoel dat alles O.K. is”, zegt Els Van Campenhout.

Gaia

Michel Vandenbosch van GAIA deelt deze visie. Vanaf het begin werd GAIA uitgenodigd als lid van de stuurgroep. In de loop der tijd heeft de organisatie zich echter teruggetrokken uit ontevredenheid over de methodes om dierenleed te beoorelen. Volgens GAIA zijn er in de paardensector in Zuid-Amerika geen structurele verandering opgetreden, maar slechts enkele kleine wijzigingen hier en daar.

Met geld van de vleesindustrie bestrijden we dierenleed

Michael Gore, lid van het FEBEV-bestuur, reageert op de kritiek. Volgens hem nam GAIA ontslag na het verlies van de rechtszaak over paardenvlees tegen Renmans. Hij merkt op dat FEBEV middelen verzamelt voor Respectful Life en vraagt de wetenschappers te reageren op de frustraties van de dierenorganisaties. “We hebben camera’s in koelkasten geïnstalleerd, dus het is duidelijk dat onze bezoeken zullen worden aangekondigd,” zegt Gore. “We gebruiken geld van de vleesindustrie om dierenleed te bestrijden; de vraag is wat al die NGO’s met het geld doen dat ze inzamelen? Zij zouden er beter aan doen om mee naar oplossingen te zoeken en niet alleen maar beschuldigingen te uiten. Zij werken vooral op de emoties van de mensen, terwijl wij hard proberen via objectieve beoordelingen om het dierenwelzijn daar op die manier structuur te geven dat het overeenstemt met de Europese normen.

De markt sluiten zal het dierenwelzijn daar zeker niet verbeteren

Bert Driessen, onderzoeker bij de Animal & Welfare Working Group van de KU Leuven, zegt ook dat vleesbedrijven in Zuid-Amerika aanpassingen hebben doorgevoerd. “Als we niets kunnen doen, of als er een onwil is om zich aan te passen, dan verbreken we de samenwerking”, zegt Driessen. Een Europees invoerverbod op paardenvlees uit Argentinië en Uruguay is volgens Driessen geen goed idee. “Nu kunnen we de slachthuizen forceren zich aanpassen,” zegt hij. “Als we de grenzen van Europa zouden sluiten voor Zuid-Amerikaans vlees, zouden de slachthuizen in de regio niet sluiten, maar na andere markten zoeken, zoals China. Zou dat het dierenwelzijn verbeteren?”

Bron: VILT

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*