Uitbaters slachthuis Kersbeek-Miskom voor de rechter

Op de Leuvense strafrechtbank werden straffen gevorderd voor de uitbaters van slachthuis Van Der Linden in Kersbeek-Miskom. “Vanaf 2013 tot nu werden continu overtredingen vastgesteld die een gevaar betekenen voor de voedselketen”, klinkt het bij het openbaar ministerie. Bij Van Der Linden worden sinds 2000 voor het merendeel schapen en geiten geslacht. Het bedrijf wordt gerund door een vader en zijn zoon.

Volgens de procureur des konings pleegde het slachthuis een hele waslijst aan inbreuken door de jaren heen. “Dit dossier is zeker geen momentopname, in de tweede helft van 2014 was er even sprake van een verbetering maar begin 2015 werd er een bacterie op karkassen aangetroffen”, klonk het. “Eerst was er een inbreuk op het dierenwelzijn toen ze onvoldoende gekeelde schapen al de hoogte introkken terwijl ze nog bij bewustzijn waren. De rest van de inbreuken gingen over hygiëne, zoals het slecht of niet wassen van vuile messen en sterilisatoren die niet op de juiste temperatuur waren.”

Tekort aan hygiëne

Volgens het openbaar ministerie is er ook een onduidelijke scheiding tussen het reine en onreine deel van dit slachthuis. “Het personeel wast er amper zijn handen. Er werden zelfs sporen van uitwerpselen op karkassen gevonden. Op een bepaald moment werden er 12 maanden oude karkassen van schapen en geiten aangetroffen met de ruggengraat nog in. Dit betekent een gevaar voor de voedselveiligheid. Er werd door de eigenaars al meermaals beloofd om meer toezicht te houden, maar dit bleef dode letter. Ze wijten dit aan een personeelstekort.”

Geldboete en gevangenisstraf?

Het openbaar ministerie vraagt voor zowel de vader als de zoon drie maanden cel en 3.500 euro boete. En aangezien het bedrijf ook als rechtspersoon werd gedagvaard, hangt er een boete van 10.500 euro boven hun hoofd. “De beklaagden kozen voor een ruime omzet zonder rekening te houden met het dierenwelzijn en de voedselveiligheid”, klonk het nog.

En het FAVV?

De verdediging van de uitbaters van het slachthuis zagen het helemaal anders. “Het is misschien eens aangeraden om een plaatsbezoek te brengen om tot een concreet en correct beeld te komen”, pleitte advocaat Wim De Gendt. “Mocht de voedselveiligheid echt in het gedrang komen, waarom werd er nooit initiatief genomen om de vergunning van het bedrijf in te trekken of te schorsen of zelfs dit slachthuis definitief te sluiten? Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) had ondertussen toch al moeten reageren als het er zo erg aan toe ging?” De uitspraak in dit dossier valt over één maand.

Bron: Het Laatste Nieuws

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*